36. Tristan

Sinds ik het Vampierenpaleis heb verlaten, kijk ik steeds over mijn schouder omdat ik niet wil dat mijn moeder ontdekt waar ik naartoe ga.

Zeke en Xenos volgen me en zijn net zo stil als ik. Ze weten dat we deze nacht heel discreet moeten zijn.

Sneeuw bedekt het bos, maar mijn voeten raken nauwelijk...

Log in en ga verder met lezen