Hoofdstuk 110

‘Doe je ogen niet open,’ mindlinkte Finlay me toen ik wakker werd.

‘Waarom?’ vroeg ik.

‘Gewoon niet doen.’ Ik rook de lucht en hoorde hem zuchten. ‘Je zou het gewoon kunnen laten rusten.’

“Sneeuw!” riep ik uit en ging rechtop in bed zitten.

“Waarom, Rood?” zei Finlay met een zucht. “Het is zonda...

Log in en ga verder met lezen