Hoofdstuk 42

Finlay en ik gingen zitten op de trede die van zijn veranda naar de tuin leidde. De hitte van de dag had plaatsgemaakt voor koelere lucht, de maan was nog een week verwijderd van vol en de beek stroomde gestaag. We spraken niet terwijl we aten. We waren gewend aan elkaars gezelschap en het was een c...

Log in en ga verder met lezen