Boek 2 - Hoofdstuk 14

Ik bal mijn vuisten terwijl ik naar haar kijk en zie hoe haar interesse van haar gezicht druipt.

Ik geloof in haat op het eerste gezicht. Daar geloof ik heel sterk in.

Ik nader hen, mijn ogen nooit van haar gezicht afwendend. Dana ziet me als eerste, maar ik werp haar nauwelijks een blik toe.

Ik vra...

Log in en ga verder met lezen