Boek 2 - Hoofdstuk 30

Ze bereikt me door haar ogen, zo helder als de volle maan aan de hemel. Ik kan er niet direct naar kijken omdat haar pure kracht te sterk is, zelfs al kalmeert haar moederlijke aura mijn lichaam. Ik kijk naar beneden en zie mijn kleren. Weer ontmoet ik de Maangodin terwijl ik dezelfde outfit draag; ...

Log in en ga verder met lezen